De primaire cel
In 1786 was wetenschappelijk onderzoeker Luigi Galvani bezig een kikker te ontleden. De kikker was opgehangen aan een koperen haak en telkens wanneer Galvani met zijn ijzeren mesje de kikkerpoot aanraakte, zag hij het kikkerpootje samentrekken. Galvani meende dat de energie die daarvoor nodig was, uit het dier zelf afkomstig was en noemde het 'dierlijke electriciteit'.
Zijn vriend en medewetenschapper Allessandro Volta was het niet met hem eens. Hij meende dat de electriciteit werd veroorzaakt door twee verschillende metalen die met elkaar waren verbonden door een vochtig medium. Experimenten bevestigden zijn zienswijze en in 1797 construeerde Volta de eerste echte accu, de Zuil van Volta. Deze zuil bestaat uit negenenveertig paren van koperen en zinken plaatjes, die met tussenvoeging van in een zoutoplosing gedrenkte stukjes wollen stof op elkaar zijn gelegd. Bij geleidende verbinding van onder-en bovenkant sluit de kring en gaat er een stroom lopen.
In de Zuil van Volta wordt de electriciteit opgewekt door een chemische reactie en de accu kan, eenmaal uitgeput, niet meer worden herladen. We spreken hier van een primaire cel.